Als laser-cutter gebruikt ik de Beamo laser-cutter van FLUX. Dit is een middelmaat laser-cutter met een werkoppervlak van 300 x 210 mm. Standaard zit er een 30 W CO2 laser in. Het is een handzaam apparaat en ziet er degelijk uit.  De materiaaldikte die je kan snijden ligt tussen de 0 en 3 mm. Als je dikkere materialen wilt snijden dan moet je meerdere gangen van de laser-cutter programmeren. Daarbij moet de diepte van de laserlijn steeds iets dieper in het materiaal liggen om de focus van de laser goed te houden.  Daarom heb ik een extra optie bij deze laser-cutter besteld waarmee de focus van de laser automatisch wordt ingesteld. Je geeft dan in de software op hoeveel gangen je wilt maken, hoe dik je materiaal is en met hoeveel mm je de focus per gang wilt aanpassen. De laser-cutter stelt het dan bij elke gang in.

Je moet wel rekening houden dat na een lasergang in de uitgebrande lijn er harder materiaal komt te zitten. Dat is o.a. de lijm die in het MDF zit en houtresten die door de laserstraal verbrand wordt. Hierdoor is bij de volgende lasergang de inbranddiepe wat minder.

Het nadeel bij het gebruik van een laser-cutter is dan het in principe een verbrandingsproces is en er dus ook verbrande rookgassen vrijkomen. Daarom moet je er voor zorgen dat de rookgassen direct naar buiten worden afgevoerd zonder dat ze in de ruimte waar de laser-cutter staat blijven hangen. Deze laser-cutter heeft een krachtige ventilator aan board en een aansluiting achterop de cutter zodat er een flexibele slang kan worden aangesloten en de gassen direct naar buiten geleid worden. 

Omdat het snijden dus een verbrandingsproces is zullen de snijvlakken ook altijd zwart afgeven. Even een schuurpapiertje er over heen helpt al om het wat minder te maken. Zeker als je het werkstuk daarna behandeld met een primer en daarna b.v. spuit in de kleur die je wilt hebben, zie je eigenlijk niets meer van die zwarte randen.