Struiken maken 1:12
Voor poppenhuis modellen en diorama's is het ook vaak nodig, om het geheel realistisch te krijgen, dat er ook boompje en of struiken omheen staan. Er is op dit gebied heel veel te koop maar het is nog leuker om deze zelf te maken. Op zich is dat niet zo moeilijk. Wat handig is, dat je een voorbeeld hebt hoe het één en ander gemaakt kan worden. Er zijn ook weer heel veel manieren om dat te doen.
Ik laat je er één zien die ik zelf heb gebruikt en goede resultaten geeft.
Hier naast zie je een struikje die ik heb gemaakt voor het Bakkerswinkeltje voor onze kleindochter.

De voorbereidingen.
Je moet eerst voor jezelf een aantal zaken bepalen.
- Wat ga je maken, een struik of een boom.
- In welk jaargetijde wil je hen maken.
- Komt het object vrij te staan of b.v. tegen een muur.
- Wat zou de werkelijke hoogte kunnen zijn in de tuin/bos.
- In welke schaal ga je het maken. (1:12, 1:24 of 1:48)
- Bepaal de hoogte van het model aan de hand van de schaal die je wilt gebruiken en de werkelijke hoogte.
Welke materialen heb je nodig.
Het hangt er natuurlijk vanaf welk soort struik of boom je maakt maar een aantal zaken heb je toch altijd nodig.
- Metaaldraad 0,4 mm voor kleine struiken tot 1 mm voor grote bomen.
- Vloeibare natuur Latex rubber om de stam mee te besmeren.
- Penseel om de Latex aan te brengen.
- Het is handig als je over een soldeerbout en soldeertin beschikt.
- Een knip en een buigtangetje.
- Een busje spuitlijm.
- Eventueel een elektrostatische begrasser.
- Spuitbusjes verf met verschillende groentinten.
- Strooi vezels.
Wat gaan we maken:
In dit voorbeeld gaan we een struik maken.
- Hoogte in werkelijkheid 900 mm
- De schaal wordt 1:12
- De modelhoogte wordt ~70 mm
- Het wordt een struik met bloezen (roze) in het voorjaar.
- Het bladerdek is open. (je ziet de takken goed)
- Het is een vrij staande struik.
- Het struikje heeft een half lange onderstam.
- De takken zijn bruin kleurig.
De eerste stap: het draad voor de takken knippen.
We gaan met metaaldraad (ik gebruik koperdraad van 0,4 mm) eerst het skelet van de struik maken. De struik wordt max. 70 mm hoog. Een groot deel van de draadjes gaan niet recht omhoog als er takjes van gemaakt worden. Deze gaan meer in de breedte. We moeten dus een correctie factor gebruiken. In het eisenlijstje staat dat de struik ongeveer 70 mm hoog moet gaan worden. In de praktijk hanteer ik een factor 2. Dus we gaan een hele serie draadjes knippen met een lengte van 160 mm. Waarom geen 140 mm? Dat heeft er mee te maken dat met name de draadjes in de stam in elkaar gedraaid worden en onderaan de stam willen we een aantal wortels maken. Voor dit ontwerp heb ik 25 draadjes van 160 mm afgeknipt.
Bundel de draadjes aan één kant en zorg dat de uiteinde even lang zijn. Draai nu 1,5 cm boven de uiteinde van de draadjes deze in elkaar over ongeveer 1 cm zodat ze goed bij elkaar blijven zitten. (zie de rechter foto)
Wil je een struik maken met een langere stam dan kan je het bundeltje verder in elkaar draaien.
Soldeer nu het bundeltje, waar deze in elkaar gedraaid zijn met een soldeerbout. Heb je geen soldeerbout tot je beschikking dan kan je het ook lijmen. Alleen moet je dan veel langer wachten om weer verder te kunnen gaan.
Nadat je het gesoldeerd heb ga je de lange draden een beetje uit elkaar halen. Maak er een waaiertje van. Verdeel de draadje over een aantal groepje net zoveel als je dikke takjes wilt hebben. Ik heb gekozen voor 6 takjes.
Draai de afzonderlijke groepjes draadjes weer een beetje in elkaar. Laat steeds op verschillende plaatsen een draadbundeltje uit de stam komen zodat je op de stam een aantal takjes krijgt die op verschillende hoogtes uit het stammetje komen.

Nu gaan we de afzonderlijke takjes maken. draai van elk takje het begin stukje bij de stam wat in elkaar zodat er echte takjes ontstaan. Splits dan een bundeltje van b.v. 4 draadje op in 2 groepjes van 2 draadjes. Draai deze twee groepjes afzonderlijk ook weer iets in elkaar. Maak in één draadje een lusje en draai het draadje van het lusje weer in elkaar met het draadje waarin geen lusje is gemaakt. Knip nu de bovenkant van het lusje open en en draai de twee draadjes van het lusje weer een stukje in elkaar. Niet helemaal tot het uiteinde. Nu ontstaat er een takje waaruit weer een takje ontspringt die uitloopt op twee dunne takjes. Deze handeling kan je verschillende keren doen met de stukjes draad. Varieer in de lengte van de lusjes die je maakt zodat het een natuurlijk gezicht krijgt. Niet elk takje in een struik is even lang.
Het wordt nu een stevig vlechtwerkje om alle takjes te maken. Probeer zoveel mogelijk variaties aan te brengen om het straks zo natuurgetrouw mogelijk te laten lijken. Het is handig als je over een soldeerbout beschikt zodat je elke kruising van draadjes even met een klein beetje tin vastzet.

Het schiet al lekker op. Nog twee draadbundel. Je kan op de bovenstaande foto zien dat de verschillende kruisingen met de soldeerbout zijn gesoldeerd. Hierdoor blijft alles op zijn plaats zitten en wordt het geheel ook wat steviger.
Modeleren van de takjes.
Als alle draadbundeltjes zijn omgetoverd tot takjes kan het modeleren beginnen van de vorm van de struik. We gaan eerst alle uiteinde netjes buigen en eventueel op de juiste lengte afknippen. Vervolgens gaan we de takjes zodanig buigen dat er een zo natuurgetrouw mogelijke opbouw in zit.
Dit is natuurlijk heel erg smaakgevoelig wat een ieder voor zich zelf moet bepalen.

Ik heb de takken zodanig gebogen dat het een wat brede struik wordt waarbij de takkenkompositie als een soort scherm eruit zien. De linker twee foto's laten de struik zien van verschillende zijde zoals ik het mooi vind. De rechter foto laat de struik zien waarop ik het eerste laagje vloeibare Latex rubber heb gedaan. Zoals de naam al zegt is dit een vloeibare substantie die alle oneven heden van de in elkaar gedraaide draadje moet wegwerken. Het spul stinkt wel maar het werkt voortreffelijk. Om alles goed te krijgen moeten er wel een aantal laagjes worden aangebracht. Voor deze struik heb ik twee laagjes gebruikt. Doe het wel met een oude penseel want hij wordt er niet beter van en laat de Latex eerst goed drogen voordat de volgende laag wordt aangebracht.
De Latex droogt wat geel bruin op en wordt min of meer transparant.
De afwerking.
Als de Latex goed gedroogd is ( één nachtje) kan met de afwerking van de struik worden begonnen.
De eerste stap is een kleurtje geven aan de takken. Het hangt er weer helemaal vanaf wat voor struik of boom je maakt. Ik kies ervoor om de takken en de stam als basiskleur rood/bruin te spuiten. Uiteraard kan je b.v. voor groen of zelfs voor donker rood kiezen. Dus ook hier weer eigen keuze.
Na deze basislaag spuit ik de uiteinde van de takken wat groen. Dit om aan te geven dat de uiteinde jong hout is en dan vaak groen is. Zeker deze groene laag moet je als een soort nevel aanbrengen. De overgangen tussen bruin en groen moeten heel geleidelijk gaan.
Om nog wat meer variatie te krijgen in de kleur heb ik deze 4 spuitbusjes van het merk: "TAMIYA COLOR" gebruikt.
Het aanbrengen van het blad.
Nu wordt het tijd om het bladerdek aan te brengen. Dit is best wel een spannend klusje. Je moet altijd een beetje afwachten hoe het uitvalt. Ik moet hier zelf ook wat mee experimenteren. Sinds kort heb ik een "Elektrostatische begrasser"
Elektrostatische begrasser.
Dat is een apparaat dat gebruik maakt van elektrostatische elektriciteit. De vezels die je er mee strooit worden door een hoge spanning (~35kV) statisch geladen. Hierdoor gaan de vezels rechtop staan. Het wordt veel gebruikt om een realistisch grasland te creëren. Ik wil het apparaat gebruiken om te zien of ik het ook kan gebruiken voor het maken van struiken en bomen.
Hoe werkt dat in de praktijk.
In het apparaat (een soort bus) worden de vezels gedaan. D.m.v. een 9 V batterij wordt de hoge spanning: 35.000 V gemaakt. Door de hoge spanning zijn de vezels statisch geladen. Aan de bus zit een snoertje die je moet aanbrengen aan het object dat je wilt begrassen. Afhankelijk van de zeef die je onderaan de begrasser aanbrengt (fijne zeef 1-2 mm grovere zeef voor 4-6 mm of een XL zeef voor 10-12mm) kan je de verschillende lengtes vezels gebruiken.
Aan de slag dus.
Omdat het een struik is mogen de vezels niet te lang zijn. Met de begrasser kan je vezels aanbrengen met een lengte tussen de 1 en 12 mm. Ik kies voor vezels met een lengte van 2-3 mm. Om de vezels aan het object te laten hechten kan je gebruik maken van meerdere methodes. Als je spuitlijm gebruikt en daarmee de takken inspuit, dan zullen de vezels overal in de struik komen te zitten. Dus niet alleen op de kleinere takjes maar ook op de grotere takken en de stam. De stam kan je nog wel wat afschermen met wat kleine stukjes tape. De tape mag niet te sterk plakken anders neem je de verf weer mee als je het verwijderd.
Voor deze struik heb ik gekozen voor een open blader structuur. Dan zie je de takken goed. Spuitlijm is dan niet echt geschikt om te gebruiken. Beter is het dan om een beetje houtlijn in een bakje te doen. De houtlijm meng je dan met wat water zodat het een dun papje wordt wat je gemakkelijk met een penseel kunt aanbrengen.
Omdat ik toch op een gegeven moment moest gaan werken met spuitlijm zitten er toch vezels op de takken. In een latere fase heb ik die er waar mogelijk eraf gehaald.

Dit is het eindresultaat. Voor mij was het voor een deel ook een experiment. Ik ben er wel tevreden over.